STATE OF HAPPINESS vertelt het verhaal van de Westerse welvaart, een natie in verandering, een pioniersstad en bovenal van vier jonge mensen die in een wervelwind aan mogelijkheden terechtkomen tijdens de ‘boom’ van de Noorse olie-industrie. Alles is in beweging, alles is nieuw, het is geweldig – maar bij momenten ook eng en onbekend. Hoe zullen zij hiermee omgaan?
Het is de zomer van 1969 in het kleine kuststadje Stavanger in Noord-Europa. Grote olie-multinationals zijn al jaren testboringen aan het uitvoeren, maar hebben nog niets gevonden en staan op het punt om de regio te verlaten. Phillips Petroleum krijgt echter nog een laatste opdracht om een boring uit te voeren. Stavanger leeft van de visvangst, en de Noordzee raakt stilaan leeggevist. Er moet iets veranderen. De stad is in crisis. En dan, op Kerstavond 1969, gaat de toorts op het boorplatform Ocean Viking branden. Phillips heeft het grootste onderzeese oliebassin ooit gevonden. En dat zal alles veranderen.
We volgen onze vier jonge hoofdpersonages vanaf het moment net voor de eerste grote olievondst in Noorwegen, doorheen de wilde bloeiperiode die volgt. De vier protagonisten zijn: Jonathan (27), een Amerikaanse jurist, Anna (19), een secretaresse op het bureau van de burgemeester, Christian (19), een Noordzeeduiker uit een gegoede familie, en Toril (17), een uiterst gelovige arbeidster in een visverpakkingsbedrijf. Het verhaal is gebouwd rond deze vier personen en hun families, die elk op hun eigen manier een aspect van de samenleving voorstellen, en de manier waarop die zal veranderen. Hun verhalen zijn nauw door elkaar verweven, en ze worden allemaal getroffen door de maatschappelijke veranderingen die de ontdekking van de olie met zich meebrengt: de opkomst van de welvaarstaat en gelijke rechten, gastarbeiders, en economische groei.